8. Waarheidsvinding en storytelling gaan niet samen, vindt Dohmen

Print Friendly, PDF & Email

Waarom verhalen van onderzoeksjournalisten vaak zo onleesbaar zijn? In De Woodstein Controverse demonteert Henk Blanken een verhaal van de beste onderzoeksjournalist van Nederland, Joep Dohmen.

Het profiel over Dion laat zien dat de beste schrijvende onderzoeksjournalist niet per se ook de best schrijvende hoeft te zijn.

Joep Dohmen heeft niet zoveel met storytelling. ‘Dit is geen verhalend stuk dat op zichzelf staat’, mailden hij en Luyendijk nadat ik ze het resultaat van mijn demontage had voorgelegd.

Dat hun gehannes met de vele jaartallen, het gestuiter door de tijd en de naïef-consequente toepassing van de praesens historicum het profiel niet sterker maakten, gaf Luyendijk ruiterlijk toe.

Maar gekker moest het niet worden.

Bij ‘De wereld van Dion’ gaat het om onderzoeksjournalistiek, mailden ze mij. Daarin is geen plaats voor de narratieve technieken van storytelling. ‘Onderzoeksjournalisten zijn uit op waarheidsvinding, ze zijn gehouden aan de feiten.’

Wat krijgen we nou, dacht ik. Geldt dat dan niet voor narratieve journalisten?

En waarom zagen Dohmen en Luyendijk niet dat het Dion-profiel al van voor tot achter is opgebouwd als een verhalende reconstructie, met scènes, dialoog, details en een spanningsboog – maar dat ze dat zo hopeloos onhandig hebben gedaan?

Wanneer een onderzoeksjournalist zich even verdiept in het belang van ‘de eenheid van tijd en plaats’, zal hij of zij niet meer zo achteloos door de chronologie stuiteren.

Na het lezen van anderhalf handboek over storytelling zal hij zich tijdig afvragen wiens verhaal het nou eigenlijk is, en niet snel meer in de valkuil stappen van zo’n ‘anakoloetverhaal’, waarbij kop en staart nagenoeg niets met elkaar te maken hebben.

Mogelijk zal hij zich dan wel durven laten leiden door die andere vraag: waar gaat het verhaal ten diepste over?

Geverifieerd door MonsterInsights